vrijdag 11 april 2014

Blok 4, opdracht 2. Een brief aan Senna.

Hoi Senna,

Wat erg wat er allemaal is gebeurd, ik wilde dat ik alles kon terug draaien en dat je weer naar Nederland zou kunnen komen. Ik ben gaan googelen en vond je nieuwe adres. Nu kunnen we elkaar nog spreken. 

Bob en ik zijn naar jouw oude huis geweest en kwamen daar Saskia en Sjoerd tegen. Die hebben ons uitgelegd dat je weg moest, weer terug naar Turkije.

Daarvoor hadden Bob en ik stiekem ingebroken bij jou. We vonden daar brieven die je aan je broertje schreef. Je vertelde in die brieven dat op een dag, net toen je vader weg was, de politie aan de deur kwam, ze kwamen je vader halen. Jij moest je van je moeder verstoppen. Je moeder vertelde de politie dat je vader niet thuis was. De politie nam je moeder mee en jij bleef achter bij je oma. Even daarna kwamen je moeder en vader weer terug. Je moeder vertelde dat je alles moest inpakken. Jullie moesten weg. 

Je kwam hier in Nederland wonen, kwam in onze klas, kwam in mijn leven en in mijn hart. Lieve Senna ik zal je nooit meer vergeten.

Ik mis je, schrijf je zo snel mogelijk weer terug?

Dikke knuffels van Nienke.

P.S: Mijn moeder was een van de politie agenten. Ik voel me nu zo schuldig ik wilde dat ze er niet bij was geweest. Ik vond dat je dat moest weten. 

Groetjes.

maandag 10 februari 2014

Toentanchamon

De zaak Toetanchamon,
Opdracht 2.2 blok 3.

Het Dagboek van Oeni.

Maandag 3 Januari 1337 voor Christus.
Toetanchamon was vandaag ineens verdwenen. Hij ging alleen jagen, maar is nooit meer teruggekomen. Een groep van ons is ze gaan zoeken, maar tot nu toe hebben we hem nog niet gevonden. Ik hoop maar dat we hem snel vinden.  

Woensdag 5 Januari 1337 voor Christus.
Ze hebben hem gevonden, maar hij leeft niet meer. Ze hebben de farao gevonden bij een rotsblok. Hij was al dood toen ze hem vonden. 

Donderdag 6 Januari 1337 voor Christus.
Vandaag werd ik tot mijn verbazing uitgenodigd door de koningin. Ze vertelde me dat ze zich ongerust maakte over de dood van haar man. Ze had gehoord dat de farao slachtoffer was geworden van een jachtongeluk. Maar ze dacht niet dat dat zo was ze zei, "Heb je de wond aan zijn hoofd gezien?". Ik moest eerlijk zeggen dat ik die nog helemaal niet gezien had. De koningin zei dat als hij al met zijn hoofd tegen een rots was aangevallen dat het dan nooit zo'n wond zou zijn geweest. Ze dacht dat iemand de farao met opzet had doodgestoken met een bijl of een ander zwaar iets. Nu moet ik van de koningin de moordenaar vinden. Hoe pak je zoiets nou aan?

Zaterdag 8 Januari 1337 voor Christus.
Ik heb een paar dagen geleden de opdracht van de koningin aangenomen, maar wat daarna gebeurde was raar ik moest op de vlucht slaan. Onderweg kwam ik Horemheb tegen ik had al wat over zijn zoon gehoord, maar wat ik nu hoorde was echt raar.
Hij vertelde dat zijn zoontje jaren geleden was doodgestoken door de vader van de farao, de vader van de farao wilde bewijzen dat hij een pijl door het hart van iemand kon schieten. Hij schoot op Horemheb zijn zoon, die viel dood neer. Uit woedde heeft Horemheb toen de farao alleen op jacht ging zijn kans gegrepen en de farao gedood. 
Ik weet echt niet wat ik nu moet doen, zal ik vluchten of bij Horemheb blijven voor de rest van mijn leven?

maandag 13 januari 2014

Mijn leesautobiografie,

Nynke Bongers Onderbouw.

Vroeger werd ik vaak s'avonds voordat ik naar bed ging voorgelezen. De ene keer door mijn moeder, de andere keer door mijn vader. Ze lazen me, toen ik nog heel klein was, voor uit allemaal verschillende Nijntje's boeken van Dick Bruna. Toen ik iets ouder was werd ik voorgelezen uit bijv. "Jip en Janneke", "Winnie de Poeh", "Ik wil een knuffel", "Bobby is zijn knuffel kwijt" en boeken van "De Kleine en grote Beer". Deze boekjes las ik soms ook zelf voor aan mijn moeder. 

Ik vond het ook leuk om te zingen. Mijn moeder zette dan de cd "Liedjes met een hoepeltje erom" op en dan zong ik de liedjes mee. Soms zat ik bij mijn vader op schoot en zong hij:

Zo gaat een damespaard
Zo gaat een damespaard een damespaard een damespaard
Zo gaat en herenpaard een herenpaard een herenpaard
Zo gaat een boerenknol, een boerenknol, een boerenknol!!!
GAT IN DE WEG!!

K3 sloeg altijd ook wel aan. Meestal zong ik dan een hele dag lang, 'Hand in hand, oog in oog alle kleuren van de regenboog' etc.

Toen ik 8 was werd ik voorgelezen uit Pinkeltje, dat was een van de laatste boeken die mij werden voorgelezen door mijn ouders thuis, want daarna ging ik zelf veel lezen. Op school lazen ze nog wel gewoon voor. Mijn juf koos dan een boek en dat las ze voor. Zo heeft zij voorgelezen uit: "Achtste groepers huilen niet" en "Mees Kees." Deze verhalen vond ik erg leuk. Alleen achtste groepers huilen niet vond ik wel een beetje zielig. Op de lagere school moesten we elke dag ook zelf een half uurtje lezen. In die tijd las ik boeken van Ronahld Dhal; Matilde, De heksen en De griezels. Een tijdje heb ik ook boeken van Geronimo Stilton gelezen, deze verhalen waren altijd wel grappig. Ik hield vooral van avontuurlijke en spannende boeken. 
Mijn keuze in boeken is nog steeds niet erg veranderd. Ik houd nog steeds van avontuur en spanning en een beetje romantiek mag ook wel voorkomen in een boek. 
Momenteel lees ik boeken van Carry Slee bijv. "Afblijven" of "Razend". Ik lees wel veel minder dan eerst, dit komt voornamelijk omdat ik daar te weinig tijd voor heb. Dit vind ik eigenlijk best wel jammer, omdat ik erg veel van lezen houd. In de vakantie heb ik wat meer tijd en lees ik wel wat boeken
In de bovenbouw zou ik graag boeken willen lezen over liefde, avontuur of vriendinnen. (Als mijn intresses dan niet veranderd zijn).

donderdag 9 januari 2014

Het mes,

Opdracht 2.3 Hfd. 2.


Maandag 27 April 2013,

Ik ben hartstikke boos op Robert. Het is een stom kind, een super stom kind! Wacht je weet natuurlijk niet waarover ik het heb.. Ik vertel het wel vanaf het begin.

Ik kwam op school. Ik was bang dat Robert en zijn vrienden in de bosjes zaten. En dat ze me gingen aanvallen. Ik kreeg gelijk, want ik was net op het schoolplein en toen sprongen ze tevoorschijn. Ze wilden mijn wiskunde antwoorden maar die had ik al ingeleverd. Robert werd erg boos en bedreigde mij met een mes. Ik was bang en ik gilde dat ik ze niet had. Hij geloofde mij niet en wilde uithalen. Ik deinsde achteruit en beschermde mezelf, maar daardoor kreeg ik een snee in mijn rechter hand. Ik kreeg ineens een rare rode gloed voor mijn ogen en ik werd heel boos, nog bozer dan eerst. Een van de leraren zag een klein stukje van het gevecht. De leraar nam ons mee naar de conrector die ging uitzoeken wie van de twee schuldig was. Eerst verdacht hij mij, maar toen hij het mes zag niet meer. Het was een heel duur mes namelijk. Robert heeft straf gekregen, hij moet papieren opruimen! Maar ik vind de straf helemaal niet zwaar genoeg voor iemand die met een mes dreigt.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Dinsdag 28 April,

Nou die Robert weet ook niet van ophouden. Nu begint hij alweer. Vandaag heeft hij me uitgescholden en die vrienden van hem zijn niet veel beter. Ze deden gewoon mee! Ik wilde naar de lerarenkamer gaan maar durfde niet, want ik weet dat ik dan nog lang niet van Robert af zal zijn.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Zondag 10 Mei,

O nee, morgen is Robert van zijn straf af en wordt hij niet meer streng in de gaten gehouden. Ik hoop maar dat hij mij met rust laat en een ander slachtoffer gaat zoeken.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Maandag 11 Mei,

Weet je wat er vanochtend gebeurde? Het was echt niet leuk, het heeft heel mijn dag verpest. Ik had veel te lang op bed gelegen en kwam pas om 8:15 uit bed. Nou moet ik 10 minuten fietsen om naar school te komen. Ik snelde me in mijn kleding, at wat, deed mijn jas aan, pakte mijn fiets en was weg. Maar in die haast reed ik over allemaal glasscherven heen. Je raadt het al, mijn band was lek. Ik kon dat hele eind gaan lopen! Toen ik op school aankwam werd het er niet veel beter op. De hele klas lachte me  uit (ik was zeker een half uur te laat). Ik kreeg op mijn donder van de conrector en moest nablijven. Nou dat was niet het ergste van de hele dag hoor, want toen het pauze was kwamen de jongens (Robert en zijn vrienden) op me af. Robert zei met een vies glimlachje: 'Heey Thomas moest je lopen? Hoe komt dat nou? Kreeg je een lekke band? O arme jij, haha'. Toen kreeg ik ineens weer zo'n rare waas voor mijn ogen, ik weet ook niet waarom. Ik mepte om me heen als een dolle dwaas. Diezelfde leraar van de vorige keer zag weer wat er gebeurde, hij werd woedend en nam ons weer mee naar de conrector. De conrector luisterde naar wat er gebeurd was. Eerst werd hij niet kwaad, maar nadat ik weer een woedeaanval kreeg begon hij tegen ons te schreeuwen 'Ik bel jullie ouders en jullie worden voor een week geschorst!' Ik heb het nog niet tegen mama verteld. Ik ben bang dat ze heel boos op mij wordt, als ze hoort dat ik geschorst ben...

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Woensdag 13 Mei,

Mijn Leven is één grote ramp. De conrector heeft mijn moeder gebeld én verteld dat ik voor een week geschorst ben en ook waarom. Nu heeft ze MEDELIJDEN met mij! Ze zegt de hele dag door 'Arme jij, ik wilde dat ik iets voor je kon doen' en 'Je blijft nu toch wel uit de buurt van die engerds?!' Ik mag niet meer naar buiten, niet eens meer naar het pleintje tegenover ons huis. Mijn moeder is bang dat Robert me staat op te wachten! Belachelijk gewoon.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Vrijdag ochtend 15 Mei,

Gisteren ben ik stiekem toch naar buiten gegaan. Dat was echt dom van me, mijn moeder kreeg gelijk. Ik wilde gewoon even een frisse neus halen, ik fietste de hoek om en ja hoor raad eens wie daar stond, Robert. Hij zei 'Ben je ook even je stinkhol uitgekropen?! Haha', Ik werd boos en fietste zo snel ik kon weg, maar ik had geen schijn van kans, want voor ik het wist zat Robert me op de hielen. Hij greep me vast en zei: 'Niet zo snel weglopen. Ik heb nog een cadeautje voor je'. En hij gaf me een dreun. Ik werd woedend en gaf hem er eentje terug. Ik dacht dat zal hem wel leren om mij een dreun te geven. Ik stapte weer op en versnelde mijn tempo op de fiets en maakte dat ik weg kwam.

Toen ik uiteindelijk thuis kwam zei mijn moeder dat als ik naar haar had geluisterd dat ik Robert dan niet was tegen gekomen, maar ik dacht alleen maar; wat heb ik daar nu nog aan?!

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Maandag ochtend 18 Mei,

Hoi dagboek ik weet dat ik je nog nooit zo heb aangesproken maar nu moet ik wel. Want het is iets persoonlijks. Ik ben erg bang om naar school te gaan. Dit komt doordat Robert vandaag ook weer naar school mag. Ik ga maar. Tot vanmiddag.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Maandag 18 Juni,

Hoi dagboek, ik ben niet Thomas... ik ben de moeder van Thomas. Ik vind dat jij dit ook moet weten.

Op maandag 18 Mei fietste Thomas na school zoals gewoonlijk door het parkje. Robert en nog drie andere grote jongens hadden zich in de struiken verstopt. Thomas fietste niets vermoedend over het pad. Opeens sprongen de vier jongens uit de struiken. Thomas schrok zo erg dat hij van de fiets viel. Thomas was machteloos. Hij lag daar en er werd tegen hem getrapt, geschopt en geslagen.

Thomas kan dit niet meer na vertellen. Ik hoop dat dit een boodschap is voor Robert en alle andere kinderen die pesten of gepest worden.